www.tekenen.alfazet.nl

  menu---------vervolg

 

Zuidelijk Flevoland

Almere Hout

Bij de aanleg van Almere Hout (stadsdeel van Almere, boven de N305 Waterlandseweg) is gebleken tijdens archeologische boringen dat er vroegere bewoning in de Prehistorie is geweest. Dat zou aan de oevers van de uitloper van de rivier de Eem zijn.

Voor de bouw van de nieuwe tweede woonwijk werd daarom aan architecten gevraagd om hun ontwerpen aan te passen aan mogelijke vindplaatsen. De winnende architect had daartoe een serie van terpen bedacht, met daartussen lager gelegen parken waardoor de archeologische waardevolle voorwerpen niet zouden worden beroerd en niet verloren zou gaan bij evt. lagere opgravingen. Echter in 2011 is van de winnende architect z'n ontwerp geen sprake meer, er wordt 'gewoon' volgens een strak patroon kavels aangeboden en uitgegeven in de Vogelhorst. De vindplaatsen worden daardoor niet meer beschermd, zoals in het verleden wel nodig werd geacht.

Luchtfoto (Google Earth) van Almere Hout, daarboven de twee kavels voor het tweede deel. Inmiddels voor de helft bebouwd.

Evenals bij andere locaties in het huidige Flevoland is ook in dit plangebied Oostvaarderswold door differentiële inklinking het reliëf van de geulen en oeverwallen van de kreken zichtbaar geworden in het landschap (bijlage 5, zie literatuur). Uit de gegevens van het AHN (AHN 1) blijkt het meanderende verloop van fossiele kreken af te lezen uit de maaiveldhoogtes van de uitbreidingslocatie het Kotterbos.

 

Vogelweg richting Lelystad, nabij Almere Hout.

 

http://www.almere.nl/over-almere/historie/archeologie/#c4091

 

Steentijd in de polder

Aan het eind van de laatste ijstijd is Almere een kaal en koud toendralandschap, zoals Lapland in het noorden van Zweden. Het licht glooiende terrein is bedekt met mossen en lage struikjes waar kudden rendieren grazen.

Lapland, toendragebied.

 

9000 voor Christus begint het klimaat begint langzaam warmer te worden. Er komen hogere struiken en bosjes. Kleine stroompjes monden uit in de rivier de Eem die in noord-westelijke richting naar het binnenmeer Aelmere stroomt. De oude steentijd (Paleolithicum) komt ten einde. Rondtrekkende jagersvolken bewonen het toendralandschap, zij leven voornamelijk van de rendierjacht. In kleine groepjes verblijven ze in tijdelijke kampementen.

In de middensteentijd (Mesolithicum) 9000 - 4800 v. Chr. verdwijnen de rendierkudden. Dankzij het minder extreme klimaat kunnen de mensen langer op één plek blijven wonen. Ze leven van wat de jacht en het vissen oplevert en ze verzamelen vruchten. Het seizoen bepaalt welke plek ze bewonen, vooral de hoger gelegen delen (de dekzandruggen) zijn het meest in trek.

Zou het er voor de jaartelling zo hebben uitgezien?

Almere Hout in de winter deze eeuw.

2008 Almere Hout tweede plangebied hier nog in ontwikkeling.

2008 Almere Hout tweede plangebied vanaf de Vogelweg.

Klei gebieden in Zuidelijk Flevoland nabij Almere Hout, onderzocht voor de evt. aanleg van Oostvaarderswold.

Zie kaartbijlage nr. 6.

 

Zeeklei

Bij het maken van plannen voor het Oostvaarderswold natuur- en recreatiegebied van de Oostvaardersplassen naar de bossen van Zeewolde is onderzoek naar de bodem gedaan. In combinatie met verwachtingen voor het Kotterbos en Horsterwold.

De onderzoekers over de zichtbare geulen en oeverwalen van de kreken:

"Zoals op andere locaties in het huidige Flevoland is ook in dit plangebied Oostvaarderswold door differentiÎle inklinking het reliëf van de geulen en oeverwallen van de kreken zichtbaar geworden in het landschap (bijlage 5, zie literatuur). Uit de gegevens van het AHN (de eerste AHN 1) blijkt het meanderende verloop van fossiele kreken af te lezen uit de maaiveldhoogtes van de uitbreidingslocatie het Kotterbos."

Literatuur: Aanvullend_bureauonderzoek_OostvaardersWold.PDF

Uitgevoerd door Vestigia, Archeologie Cultuurhistorie voor de Provincie Flevoland. 21 april 2010.

 

Drie tijdlagen in het onderzoeksgebied

laag 1 = Prehistorische nederzettingen tot 10.000 jaar geleden en ouder, vindplaatsen tot op het dekzand mogelijk

laag 2 = Neolitishe en oudere prehistorische nederzettingen op de oeverwallen van ca. 6.000 jaar geleden in het Eem-estuarium (Neolithium). Het is het laagpakket van Wormer met oude zeeklei. Er kunnen hier bij de oeverwallen archeologische waarden worden verwacht.

laag 3 = Scheepswrakken uit de Middeleeuwen of jonger. Het oudste dateert van de 13e eeuw. Ze liggen vaak ondiep tot in de bouwvoor. Waardoor er een aantal verloren zijn gegaan.

  menu---------vervolg


Omhoog