OER-IJ naschrift

 

Zijn de bewoners van Castricum de eerste delta werkers geweest?

Die vraag blijft in de prehistorie verborgen. Het is mogelijk dat ze zich geweerd hebben tegen het water met de middelen die toen beschikbaar waren. Aannemelijker is dat men zich volledig heeft aangepast aan de mogelijkheden die er waren. En die waren niet al te florisant. Regelmatig zullen ze nieuwe huizen hebben gebouwd, wellicht met meenemen van de oude materialen van het huis, omdat de vorige woonplaats eenvoudig weg te laag kwam te liggen. Of te veel onderstoof, waardoor de kleine akkers te weinig opleverde om in het onderhoud te kunnen voorzien. Achter het duingebied was een kwelderlandschap met redelijk vruchtbare grond voor het verbouwen van gewassen. Plus zoet water uit de smeltwater rivier. In het duingebied moest de grond verrijkt worden met plaggen of klei van elders om de groei mogelijk te maken. Het was daarbij een continu gevecht met de wind en stuifzand. Zoet water was daar wel in voldoende mate beschikbaar.

 

Wat zijn de voorwaarden van bewoningskeuze?

Deze blijken niet alleen voor Nederland te gelden, maar zijn min of meer universeel:

a) een droge ondergrond voor het bouwen van een huis (hoge ligging)

b) drinkwater in de nabije omgeving

c) voldoende vruchtbare grond voor de verbouw van gewassen (voedsel voorziening)

d) aan- en afvoerwegen / water voor producten en gewassen of goederen (toegang *)

e) geschikt land voor het houden van vee

f) te schieten wild, gevogelte en vis

g) bouwmiddelen uit de nabije omgeving

h) bevolkingsdichtheid niet te groot en vrede tussen de bewoners en omgeving (ingeburgerd en aangepaste samenleving)

i) redelijke kleine afstanden voor "woon- werkverkeer" zoals we dat nu zouden noemen

Zie de nog steeds bijzonder actuele denkbeelden van Ebenezer Howard uit 1898

 

Wie maakt een moderne uitgave van Howard's zijn denkbeelden om zo de samenleving een enorme bijdrage te leveren?

 

R. van Weenen heeft studie gemaakt "De inheems-Romeinse bewoning in het mondingsgebied van het Oer-IJ". Zie de literatuur pagina. Mede door zijn onderzoek moet het mogelijk zijn om archeologische gebieden een extra status te geven voor (later) en nader onderzoek.

* Toegang

Belangrijk is het om andere nederzettingen te kunnen bezoeken. Deze zouden kunnen worden bereikt door infrastructuur zoals zandwegen of bevaarbare waterwegen. De beschikbare weide en akker gebieden moeten goed bereikbaar zijn en het liefst zo dicht mogelijk bij de bewoningsgebieden.

* Afstanden

Over de afstanden heeft Peter Haggett een wet bedacht die wellicht ook van toepassing is op de prehistorie. Zie ondermeer het boek "Geography a modern synthesis". Editie 1983. Een fantastisch boek van een bijzonder veelzijdig mens.

Hij gaat uit van het aantal inwoners van plaats 1 en 2 gedeeld door de afstand tussen die steden. Het antwoord vormt het verkeer ertussen. Zie de formule.

Hagget z'n boek, een geografisch standaardwerk. Bovenstaand 2D modellen volgens de zwaartekracht formule. Het boek is in sommige tweedehands boekwinkels nog te koop.

 

Ook Ebenezer Howard zou begin 1900 zijn Garden Cities zo ontwerpen dat er goed verkeer mogelijk was tussen centrum en buitengebieden. Plus korte lijnen tussen voedsel productie en diens afnemers.

Gezien de overbevolking van varkens en geiten in Nederland, waarbij alles ingericht is op het maken van kilometers, lijkt men zich daar niets van aan te trekken. Terwijl het toch vrij essentiële eisen zijn. Eerst om het vee naar de geschikte boerderij te krijgen en vervolgens de producten of het (slacht) vee weer door te verkopen (vervoeren) naar de geschikte veraf gelegen afzetgebieden. De varkens en geiten aantallen zijn veel en veel te hoog voor de afnames in een straal rond de boerderijen. Er zal meer gekeken moeten worden naar lokale productie en vraag. Bekijk de Ebenezer Howard oplossingen en ga ze eens in de praktijk brengen.

 

Haggett en E. Howard (Garden Cities): www.designcity.3dontwerpen.nl/verkeer1.html

 

J.H. Thünen ontwikkelde in 1826 een concentrisch model waarbij de stad centraal is gelegen in een virtueel leeg gebied. De stad is zelfvoorzienend en heeft nauwelijks last van externe invloeden.

De geïsoleerde stad wordt omringd door niet bewoonbare wildernis. (isotrope ruimte)

Het land is geheel vlak en er zijn geen rivieren of bergen die het terrein kunnen doorkruisen.

De bruikbaarheid en bewoonbaarheid van land ten opzichte van de transport kosten in het gebruik van Thünen's model.

 

Het is mogelijk om een verscheidenheid aan gewassen te telen. De kosten voor het transport van de gewassen nemen lineair toe met de afstand tot de affnemers. (goed bereikbare buitengebieden op korte afstand van de afnemers, zoals Howard ook voorstelde).

Ook bij de bewoning van het Oer-IJ zullen dergelijk processen een rol hebben gespeeld. Het transport en de bewegingen van de mensen konden alleen plaats vinden met het gebruik van zelfgemaakte kano's afkomstig van boomstammen. Deze waren niet in de directe omgeving aanwezig. Men heeft kunnen herleiden dat de grote boomstammen helemaal uit het Diemerbos moesten komen. En dat moet een hele reis zijn geweest op het IJ richting Diemen. De buitenboordmotor was er nog lang niet en peddelen met een kano met in het kielzog een aantal bomen zal niet simpel zijn geweest. De Romeinen hadden het makkelijker, deze konden met hun enorme organisatie boomstammen uit Duitsland laten komen (met de stroom mee). De bewoners van het Oer-IJ hadden geen toegang tot die organisatie en moesten het dichter bij huis zoeken en met eigen middelen zien te vervoeren en daarna zien te verwerken tot transportmiddel. Deze afstanden maken deel uit van cirkels om het bewoningsgebied waarbij de afstand deel uit maakt van de bewonings tevredenheids index.

 

Meer vragen dan antwoorden

Onder welke omstandigheden heeft het zeegat zich kunnen verplaatsen?

En welke ingrediënten en voorwaarden hebben geleid tot het ontstaan van duinen? Deze waren in andere delen van Nederland zeker niet vanzelfsprekend. Mede door de stijgende zeespiegel na de laatste ijstijd.

Onder welke omstandigheden zijn op een gegeven moment beide zeegaten samengegaan en daarna geheel gesloten? Waardoor één duinenrij kon ontstaan.

naar eerste hoofdmenu pagina terug

 

omhoog