OER-IJ deel 1

 

Met toestemming gedeelten overgenomen uit de CD-ROM 'Land en Water' van Uitgeverij Ontmoeting.

Waren de Castricummers de eerste Deltawerkers?

Huidige gebied tussen IJmuiden en Bakkum. Klik in de kaart voor een vergroting.

OER-IJ

De kustlijn met de Oude Duinen is ontwikkeld door het samenspel van:

• ijstijden met de bijbehorende ijs- en water massa's

•  zandaanbod aan de kust

•  stijging waterspiegel (vanaf 100 meter omhoog) en getijden van de Noordzee

•  overheersende windrichting zuid-west

•  ondergrond van het binnengebied

•  delta van rivier

 

De Noordzee stond droog

Bij de laatste ijstijd (10.000 jr. v. Chr.) werd veel water vastgelegd in de vorm van ijs waardoor de zeespiegel van de Noordzee zo laag werd, dat er een bewaadbare verbinding met Engeland ontstond. De grote rivieren De Rijn en De Maas voerden hun water af richting Engeland en het Nauw van Calais. De Thames voerde het water af richting Ierland. De grenzen die we nu kennen waren toen geheel anders.

Na die ijstijd werd het geleidelijk warmer, de ijskappen smolten en de zeespiegel steeg mee. Wellicht hebben we in de huidige tijd daar nog steeds mee te maken, een licht stijgende zeespiegel en een iets dalend aardoppervlak.

2500 v. Chr. Afbeelding uit de animatie (verderop), met toestemming overgenomen. Aan de midden bovenzijde is de hoek ingetekend van de spoorlijn Castricum Alkmaar. De huidige kustlijn en de haven van IJmuiden is in het grijs weergegeven.

 

Het Oer-IJ ontstond ca. 3.000 - 2.500 voor Chr. Voor onze jaartelling stond deze in verbinding met de Vecht, die op haar beurt een zijtak was van de Oude Rijn. Het was de meest noordelijke vertakking van de Rijn. De waarschijnlijke ontstaan datum is ergens voor 3.000 v. Chr. Er ontstond een groot 'wadden- en slenkachtig' gebied bij Uitgeest, Velsen, Castricum, Bakkum en Heemskerk dat zich verder naar boven uitbreide, zie animatie hieronder.

© Studio Alfazet

2.000 v. Chr. Het Oer-IJ zorgde voor de afvoer van het Rijnwater. Het zeegat bij Bergen was een typische slingervorm, waarbij de getijdestroom van eb en vloed de structuur en de richting aangeeft.

Verdronken land van Saeftinge (met Google Earth), aan de Schelde laat zien hoe getijdestromen het landschap kan vormen.

 

Lopen naar Engeland

Nederland was ca. 6.000 één groot waddengebied. Ca. 5.000 jaar v. Chr. werd de stijging van het zeewater langzaam minder en delen van het waddengebied verzanden. Er ontstond een min of meer gesloten duinenrij. Het vrije zand is er de oorzaak van, aangewakkerd door de wind, dat we tegenwoordig beschikken over een min of meer veilige duinenrij, het was het fundament voor Noord- en Zuid-Holland. Bekend is dat al ruim 2.500 jaar geleden mensen in het zuidelijk Oer-IJ gebied op hoger gelegen stukken land woonden. Ook in het waddengebied op hoger gelegen delen, waarvan er nu nog met moeite drie terug te vinden zijn, rond Castricum. Duizend jaar daarvoor waren de ijskappen van de ijstijd aan het smelten en het water van de Noordzee steeg gestaag. Waarbij de grootste stijging aan het begin van de periode plaats vond, het tempo van de verandering werd steeds langzamer (e-curve). Vóór die tijd was het mogelijk om naar Engeland te lopen, zo laag was het niveau van het water in de Noorzee gedaald.

Animatie Oer-IJ

2500 v. Chr. open gebied

1500 v. Chr. Bergen dicht

1000 v. Chr. Oer-IJ dicht

750 v. Chr.

500 v. Chr. groot open gebied van beide zeegaten

50 n. Chr. geheel gesloten front, begin van verstuiving en opbouw van nieuwe duinenrij. Ontwikkeling van land rond Castricum.

animatie blijft doorlopen en start automatisch na een aantal seconden opnieuw.

Animatie Deltares P.C. Vos.

Met toestemming overgenomen van Stichting NatuurMedia, Markenplein 4, 1011 MV Amsterdam. Deze animatie met een andere tijdsverhouding staat ook op de website van www.duinenmensen.nl hetgeen een aanvulling vormt op het fraaie boek "Duinen en Mensen". Prijs 29,95. ISBN/EAN 978-90-808158-3-4 Nieuwe archeologische inzichten, duinnatuur en bijzondere kaarten plus artist impresssions.
Bekijk ook de literatuur pagina.

Er zijn bij diverse opgravingen bewerkingssporen van landbouw akkers teruggevonden. Deze foto geeft het typische patroon aan van bewerking van zandgronden voor het telen van bollen. (De Koog Texel).

Nogmaals de kaart uit 2500 v. Chr. geplaatst over de huidige kaart van Kenemerland. De kenmerkende knik in de spoorlijn bij Castricum is hier in het rood weergegeven. Ten zuiden van Castricum en ten oosten zijn nog drie verhogingen in het landschap van waarschijnlijke terpbewoning in het waddengebied van toen.

Ontstaan

De eerste (oude) duinen waren er aan het begin nog niet, de zee zorgde voor zandbanken aan de westzijde van de kust van Noord- en Zuid-Holland. Deze banken groeiden langzaam uit tot strandwallen. De wind zorgde uiteindelijk voor het ontstaan van de oude duinen met het samenspel van de hoeveelheid zand en de begroeing om het zand vast te houden. Het is een heel delicaat samenspel dat alleen hier tot de duinen heeft geleid. In het waddengebied hebben we nog steeds water en eb en vloed en bij onze Zuiderburen en in Zeeland werd het niet automatisch door de natuur tot stand gebracht.

Aan de oost-kant van deze eerste duinen ontstond een kwelder gebied met hier en daar land. De zee was echter nog oppermachtig en de duinenrij werd onderbroken door twee zeegaten, waar eb en vloed vrij spel hadden met hun uitschurende dagelijks eb-vloed werking.

Het Oer-IJ ontstond uit een ouder getijde-systeem ten noorden van Haarlem. Het was een afwateringsgebied dat op de Noordzee zijn overtollige rivierwater kon lozen. Het IJsselmeer (Almere - Flevomeer) had toen nog geen open verbinding met de Noordzee bij de Waddeneilanden. Zo'n 300-400 v. Chr. kwam daar verandering in en was een nieuwe open verbinding en getijde-systeem ontstaan met de opening tussen het huidige Texel en Vieland (Engelsmangat).

Foto bij de Schelde, heeft het Oer-IJ gebied er ongeveer zo uitgezien?

De Kerf een nieuw natuurproject tussen Bergen en Schoorl. (1997). Twee kilometer ten noorden van Bergen aan Zee. Er is een geul gegraven die bij hoog water overstroomt met zeewater. Hierdoor ontstaat een natuurlijke 'slufter'. Er is een uitkijkpunt gemaakt met een verhard fietspad en twee halfverharde wandelpaden.

Staatsbosbeheer is iop 8 februari 2010 begonnen met het ontwikkelen van open duinen bij de Schoorlse duinen. Door de branden in 2009 zijn deze beheersmaatregelen vervroegd uitgevoerd.

 

In principe zijn er parallelen te trekken tussen de ontwikkeling van de

Oer-Zaan tot de huidige Zaan en het Oer-IJ tot de huidige IJ.

 

Schelde gebied.

Rond 100 - 300 na Chr. wonen er al geruime tijd mensen in de buurt van het Oer-IJ.

Romeinse tijd

De Romeinen (rond onze jaartelling) die tot aan Velzen (met twee Romeinse forten) waren gekomen gaven de bewoners de naam 'Friezen' mee. Zij probeerden belasting te heffen en werden in de loop van de tijd steeds agressiever en veeleisender. Op een gegeven moment ontstond een zo grote weerstand tegen die onwettige overheersing dat gevechten uitbraken, waarbij de Romeinen het onderspit moesten delven. Dat was bijzonder, aangezien ze gewend waren om de strijd te winnen. Ze trokken zich terug in hun forten. En hebben zich daarna niet meer boven die grens van Velzen geweldadig en overheersend gedragen.

In de overgebleven geschriften blijkt dat de Romeinen het gebied boven Velzen bestempelden als één groot waddengebied, waar je gemakkelijk met je boot de weg kwijt kon raken. Ze vonden de bewoners bijzonder, omdat deze de elementen en ontberingen wilden trotseren. En alle slenken en watertjes op hun duimpje kenden. Vroeger moesten de Friezen 'belasting' betalen aan de Romeinen. Na de gewonnen strijd werd handel gevoerd met de vroegere bezetters.

De overheersende windrichting en de beschikbaarheid van vrij zand heeft o.m. bijgedragen aan het sluiten van de zeegaten. Foto Schiermonikoog.

 

Het Oer-IJ had ca. 50 na Chr. zijn langste tijd gehad en het effect van het Noordzeewater met eb en vloed kreeg minder invloed op het zeegat. De afwatering van het Rijnwater werd steeds meer naar de Flevomeren verplaatst. Daar kwam bij dat de waterspiegel van de Noordzee nog gestaag aan het stijgen was, waardoor de afwatering bij Castricum alleen nog bij hoog Rijnwater en laagwater van de Noordzee kon geschieden. Sluizen waren er toen nog niet en het inpolderen en droogmalen van gebieden lag nog ver in het verschiet. Watermanagement zoals wij die kennen kwamen pas eeuwen later. Wel zijn er slootjes in de buurt van de huizen gevonden die kunnen wijzen op een soort van afvoer, het kan ook voor het afvalwater, zoals de Romeinen dat ak kenden worden gebruikt.

Schiermonikoog. Op kleine schaal vormt er zich een vorm waarbij in dit geval het strand onderworpen is aan het tweerichtingverkeer van eb en vloed. Bij het Oer-IJ kwam daar ook nog een hoeveelheid af te voeren smeltwater van de Rijn bij. Waardoor de kenmerkende vormen toch weer gewijzigd worden. Schiermonikoog heeft relatief een hoog kalkgehalte in tegenstelling tot de andere waddeneilanden.

Myanmar oostelijk Alaska vertoont op vele plaatsen delta vormen. De omstandigheden met bergen, ijs, getij en rivier debiet zijn totaal verschillend van het oorspronkelijke Oer-IJ.

Saeftinge, Schelde. Getijde stromen in het land. (Google Earth).

Bodemkaart van de Roo. Bron: De Roo 1953. Uit blz. 25 en 50 van R. van Weenen: De inheems-Romeinse bewoning in het mondingsgebied van het Oer-IJ. Zie ook de literatuur pagina. De pijl geeft aan dat daar een oversteekplaats is geweest voor kano's. De kenmerkende spoorlijn geeft een goede indicatie van de locatie. Klik in de afbeelding voor een vergroting.

vervolg

 

omhoog